Hoewel de fabrikanten van autostoelen steeds meer investeren in de veiligheid, blijkt dat 8 op de 10 kinderen niet veilig zit in de auto. Dat heeft niets te maken met de kinderzitjes maar wel met de manier waarop de ouders hun kleine spruit vastgespen. De nonchalance waarmee dat gebeurt, blijft groot. In vergelijking met enkele jaren geleden is de situatie nog verslechterd.
We dragen de veiligheid van kinderen hoog in het vaandel in de opvang of op school. We leggen ze strenge eisen op maar zelf nemen we de veiligheid niet zo nauw als we onze eigen kinderen in de wagen naar deze opvang brengen. De situatie is verontrustend. Dat zegt Taskforce Kinderveiligheid, die bestaat uit VeiligheidNL, Marxi-Cosi en ErasmusMC. VeiligheidNL onderzocht in de zomervakantie van vorig jaar hoe 470 kinderen van 0 tot en met 8 jaar waren vastgegespt.
Europese regels
Zelf vinden we nochtans dat we het heel goed doen en zijn we ons niet bewust van de gevaren. 9 op de 10 ouders meent dat zijn kind correct is vastgegespt. We kopen ook massaal een goede autostoel. Amper 7 procent van de onderzochte kinderen zit in geen of een fout kinderzitje. “Autostoelen die in Europa verkocht worden, moeten voldoen aan allerlei regels die zijn opgemaakt in 2013”, weet Lorena Castillo van OUDERZONE. “De basisregel is dat kinderen kleiner dan 1,35 meter in een kinderbeveiligingssysteem moeten zitten. Autostoelen gemaakt vanaf 2014 zijn uitgerust met ISOFIX. ISOFIX is het bevestigingssysteem dat bestaat uit twee bevestigingspunten tussen de stoel en de rugleuning.”
Losse riempjes
Het probleem zit hem niet in de autostoelen, daar kijken we goed op toe bij de aankoop. Misschien geeft zo’n veilig kinderzitje ons wel een vals gevoel van veiligheid. Als het kind niet goed is vastgegespt, beschermt de stoel natuurlijk niet. De meest voorkomende fouten zijn dat de gordeltjes van het harnassysteem te los zitten (vooral bij baby’s) en dat bij grotere kinderen de gordel niet over het midden van het sleutelbeen loopt. Dit is bij de helft van de onderzochte kinderen het geval. Ook raken we nog helemaal in de knoop bij de bevestiging van de autostoel zelf want in 4 op de tien gevallen volgt de gordel niet de juiste route.
Hoe moet het dan wel? Wees niet bang om de riempjes strak aan te trekken ook al vindt je baby het niet leuk. De regel is dat er maximum 1 cm tussen het riempje en het lichaampje mag zitten. De riempjes mogen niet gedraaid zitten en beginnen bovenaan ter hoogte van de schouders.
Blauwe en rode punten
Om te weten of je de kinderstoel op de juiste manier hebt vastgemaakt, controleer je of de gordel bij de baby en peuter autostoel door de blauwe punten loopt. Bij de kinderautostoel is het aangeduid met rode punten of met een rode pijl. Let erop dat de gordel over het sleutelbeen loopt en niet onder de oksel of achter de rug.
Kinderen met een handicap
Voor kinderen met een handicap zijn er aangepaste stoelen en gordels op de markt. Heeft je kind bijvoorbeeld onvoldoende controle in de nek, de romp, de heupen en/of benen dan geeft de Carrot 3 extra ondersteuning. Deze autostoel is geschikt voor kinderen met spasmen en kinderen die lijden aan epilepsie of het Syndroom van West. Grotere kinderen en volwassenen met hyperactiviteit of een verstandelijke handicapt zijn veilig te vervoeren met speciale gordels. B&S heeft een 7-puntsfixatiesysteem ontwikkeld dat eenvoudig aan de rugleuning of de autostoel bevestigd wordt. Afsluitbare steekgespen voorkomen dat uw kind zichzelf losmaakt.
Stoelen met airbags
Tot slot heeft fabrikant Maxi-Cosi een kinderstoeltje op de markt gebracht dat uitgerust is met ingebouwde airbags. De airbags zitten in de gordels van het autostoeltje. Ze worden in een fractie van een seconde gevuld met koude lucht en vangen het hoofd en de nek van het kind op bij een botsing. Ze kosten wel 200 euro duurder dan een Maxi-Cosi-stoel zonder airbags en zijn geschikt voor kinderen tussen 61 en 105 centimeter lang.