Het syndroom van West is een ernstige epileptische aandoening die jonge kinderen treft, meestal al voor het eerste levensjaar. In Nederland wordt ongeveer 1 op de 4000 tot 6000 kinderen getroffen door het syndroom van West. Hierbij komt het syndroom iets vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Het syndroom van West verdwijnt vrijwel altijd na enkele jaren, maar gaat in ongeveer de helft van de gevallen over in het enigszins vergelijkbare syndroom van Lennox-Gastaut. Tot ongeveer 70% van de patiënten krijgt later in het leven te maken met epileptische aanvallen.
Symptomen syndroom van West
Het syndroom van West wordt gekenmerkt door zogenaamde salaamkrampen. Dit zijn epileptische aanvallen waarbij het hoofd, de armen en benen plotseling worden samengetrokken of juist worden gestrekt. De aanvallen vinden met name bij het in slaap vallen en bij het ontwaken plaats, maar kunnen in principe op ieder moment optreden. Als gevolg van de aanvallen stagneert de ontwikkeling van het kind zowel mentaal als lichamelijk. In ernstige gevallen kan de ontwikkeling zelfs achteruit gaan. Lees meer over de symptomen op de pagina symptomen syndroom van West.
Oorzaak syndroom van West
Het syndroom van West kan erg veel verschillende oorzaken hebben. De meeste vormen van hersenschade kunnen leiden tot het syndroom van West. Bovendien kan het syndroom van West een aangeboren afwijking zijn door een mutatie in het DNA, of veroorzaakt worden door een infectie tijdens de zwangerschap. In ongeveer 15% van de gevallen is zelfs geen oorzaak te vinden. Deze laatste vorm wordt idiopathisch syndroom van West genoemd. Zijn er specifieke oorzaken te onderscheiden, dan wordt gesproken van symptomatisch syndroom van West. Is er een vermoeden voor een oorzaak, maar dit nog niet aangetoond, dan wordt gesproken van de cryptogene vorm van het syndroom van West. De ernst van het syndroom van West kan soms verschillen afhankelijk van de oorzaak. Over het algemeen is de prognose beter voor kinderen met de idiopathische vorm van het syndroom van West.
Behandeling syndroom van West
Het syndroom van West is niet te genezen en bovendien slecht behandelbaar. De behandeling van het syndroom bestaat uit het geven van medicijnen die de symptomen en aanvallen verminderen. Voorkomen van de aanvallen is helaas niet mogelijk, waardoor een stagnatie in de ontwikkeling in de meeste gevallen niet te voorkomen is. De medicijnen die worden voorgeschreven bij het syndroom van West zijn onder meer corticiosteroïden en anti-epileptica. Ook kan het hormoon ACTH geïnjecteerd worden, wat in ongeveer de helft van de gevallen een positieve werking is. Lees meer op de pagina behandeling syndroom van West.
Prognose syndroom van West
De prognose van het syndroom van West verschilt sterk per patiënt. Over het algemeen kan echter wel gezegd worden dat er blijvende gevolgen voor het kind zijn gedurende het volledige leven. Ongeveer 30% heeft in het verdere leven geen last meer van epileptische aanvallen. Tegelijkertijd krijgt een zeer groot deel te maken met een verstandelijke beperking die kan verschillen in ernst. Sterftecijfers verschillen per onderzoek, maar zijn hoger dan bij gezonde individuen. 5 tot 31% van de kinderen sterft voor het 25e levensjaar. Lees uitgebreid op de pagina prognose syndroom van West.
Syndroom van West vaccinatie
Een hardnekkig gerucht is dat het syndroom van West veroorzaakt kan worden door vaccinaties. Ondanks veel onderzoek, is er echter geen enkele aanwijzing die erop duidt dat een vaccinatie het syndroom zou kunnen veroorzaken. De medische wereld is het er daarom over eens dat vaccinaties geen negatieve invloed hebben en het syndroom van West zouden kunnen veroorzaken. Het kan voorkomen dat vlak na een vaccinatie de eerste symptomen van een epileptische aanval optreden. Alles wijst er echter op dat dit een ongelukkig geval van toeval is. Een causale link is niet gelegd. Bovendien treedt epilepsie ook niet relatief vaker op in combinatie met vaccinaties. Lees verder op de pagina syndroom van West vaccinatie.